Plaats zelf je tuinhuis (deel 2)
Zo doe je het
De funderingsplaat en het tuinhuis zijn al geplaatst. Functioneel zal het tuinhuis alvast zijn, maar mag het ook iets meer zijn? Laat ons er een kleurrijke eye-catcher van maken!
Transciptie
De betonplaat heeft nu een viertal weken kunnen uitharden, met behulp van een reststuk bouwfolie erop zodat er zo minimaal mogelijk vocht uit kon verdampen. Het cement heeft dat vocht namelijk nodig om gestaag uit te harden. De bekisting is niet meer nodig, en met wat brute kracht ruim je alle balken netjes op.
De onderdelen van de tuinberging zijn inmiddels aan huis geleverd. Zorg dat het hout niet nat wordt en vlak gestapeld ligt, opdat het niet krom kan trekken. En vóór je aan de werken begint, sorteer alles volgens plan, dat bespaart je puzzelwerk tijdens de montage.
Als eerste om op te bouwen komt de vloer aan bod. Die bestaat uit enkele panelen die aan elkaar worden geschroefd. Merk op, hier is de betonplaat groter gemaakt dan de vloerpanelen, omdat we er later nog een houtopberger naast plaatsen.
Tijd om de wanden op te bouwen. Het is de bedoeling dat de wanden een aantal millimeter verder uitsteken dan de betonplaat, zodat er een druiprand ontstaat. Op die manier droogt het hout na een regenbui snel op. Tijd om de eerste hoek van de wandpanelen te plaatsen. Een lijmklem om al eens voorlopig te fixeren doet dan wonderen. De panelen laten toe om meteen aan het vloerpaneel te schroeven. Bouw op die manier wand per wand verder. Qua schroeven neem je op zijn minst verzinkte of roestvrijstalen schroeven, omdat die duurzamer zijn tegen vochtige omstandigheden. De eerste fase zit er bijna op: alle zijwanden staan er, de deuren monteren we in een latere fase.
Als de betonplaat indertijd mooi vlak werd afgereid en de montage goed is verlopen, dan staan de wanden nu netjes waterpas, dat is hier dan ook het geval.
Nu we er nog vlot bij kunnen, plaatsen we eerst nog de dagkanten van de deuropening. Dan is het al gauw tijd voor de opbouw van het dak. Er is daarvoor al een prefab nokpaneel, die je enkel op de wanden hoeft te schroeven.
De aanzet van het dak staat er, maar de echte stevigheid komt van het dakgebinte. Neem er de voorziene balken bij, en schroef opnieuw stevig vast.
Een simpele plaat uit OSB vormt de onderbeplating van het dak. Gezien die ook al op maat is gemaakt in het bouwpakket, hoef je die nog enkel ter plekke te brengen en te schroeven. Zorg dan wel dat hij overal mooi gelijk uitkomt. De OSB-plaat ‘verbergt’ de kepers van het dak, maar met een lat kan je de eerste en laatste schroef in één lijn brengen, en dan gebruik je die lat als referentie om extra schroeven in de onderliggende balk te zetten.
De deur krijgt scharnieren. Boor even voor, dat zorgt ervoor dat het hout minder kans heeft op splijten. Dat geldt trouwens voor het gehele project. Schroef dan de scharnieren vast.
Ondertussen kunnen de verbindingen tussen de zijpanelen al afgewerkt worden met enkele afdeklijsten. Dat zal niet alleen mooier ogen, maar dient ook als extra barrière tegen de regen. Als je niet voor elke schroef wil voorboren, zorg dan dat je de schroef traag in het hout laat verzinken. Niet te veel, niet te weinig. Je wil niet dat de schroefkop nog uitsteekt, maar hij mag ook niet te diep zitten anders trekt hij het hout kapot en splijt het makkelijk.
De deuren kunnen er nog snel aan. Laat één iemand achteraan vasthouden, de andere kan schroeven. Zo gaat het werk vlot vooruit. Nog enkel het deurslot vooraan monteren. En vervolgens een deurpen aan de binnenkant installeren zodat je het tweede deurpaneel ook kan vastzetten.
Als dakbekleding doet een gebitumeerde dakfolie, met verlijmde steentjes erin verwerkt, dienst als afwerking voor het dak. Het is belangrijk dat je het eerste stuk folie onderaan eerst legt. Dan pas kan het volgende stuk bovenaan erop: op die manier is er een overloop en kan het water zich geen weg banen onder de folie. Herhaal langs de andere zijde van het dak. Daarna kan de laatste lap folie bovenaan het dak geplaatst worden.
De dakfolie wordt gemonteerd met behulp van enkele latten. Aan elke dakzijde komen er drie te liggen, aan het begin en eind, en eentje in het midden. Schroef enkele keren vast. Met hetzelfde type van lat maak je nog snel een windveer aan de rand van het dak. Dat zorgt ervoor dat regen niet onder de dakbedekking kan kruipen.
De ene zijde van het dak willen we verlengen met een extra afdakje, om er bijvoorbeeld wat hout onder te kunnen stapelen en te drogen. De hoek van het dak is daarbij nodig om op te meten. Die hoek willen we overzetten op de steunbalk die er later komt, en de dragende balken van het afdakje. Zaag een testbalkje in die hoek af. Opnieuw ter plekke, is het een kwestie van de steunpaal recht te houden met de waterpas, en op te meten hoe lang de draagbalk mag zijn. Zaag enkele balken uit. Hou één draagbalkje in zijn positie, en waar hij uitkomt tegen de steunbalk, teken je af. Zo weet je hoe groot de steunbalk mag worden.
Plaats enkele montagebeugels tegen de wand van het tuinhuisje. Hou rekening dat er nog een dakbekleding op moet, dus hou wat marge onder de rand van het dak. Verdeel de afstand in gelijke stukken, en monteer de beugels.
De balk die de twee steunpilaren zal verbinden, gaan we verfijnder uitwerken. Volg even mee. Teken af waar de montagebeugels zitten. Daarop gaan we nog eens de dikte van de balk telkens op overtekenen. Er zijn verschillende manieren mogelijk, maar om snel de verbinding hier uit het hout te verwerken, pakken we er een multitool bij. Het oscillerende zaagblad kan je in alle richtingen houden, waardoor je vlot het hout kan uitzagen.
De voorbereidende werken zitten erop. Leg alles ter plekke klaar. De palen fixeren we met enkele lange pluggen in de betonplaat met stevige steunvoeten. Boor de gaten uit met een boorhamer. Wees voorzichtig op het uiteinde van de boorplaat, hou wat marge, zodat je de hoek niet doet barsten. Breng de pluggen in de gaten, en maak vast met de bijhorende schroeven. Herhaal voor de andere steunpaal.
Het is nu het moment om alle houten onderdelen van het afdakje samen te brengen en vast te schroeven. Dankzij de montagebeugels en de uitgewerkte houtverbindingen van de draagbalk, klikt alles stevig ineen. Hoe meer je nu vastschroeft, hoe steviger het geheel aan het worden is.
Ook dit afdakje werken we simpel af met een OSB-plaat als onderdak. Meet op, en zaag de plaat op maat af. Dankzij het tand-groefsysteem klik je de platen al voorlopig vast in elkaar, maar uiteraard dien je de plaat nog vast te schroeven op de onderliggende structuur.
Er is nog een partij dakshingles bij gehaald om het afdak af te werken. Leg een patroon uit waarmee je het minst verlies hebt, want je dient dergelijke elementen op maat af te snijden. Begin onderaan, en leg telkens in piramidevorm een lap erboven. Dankzij de overlap kan de regen netjes aflopen, en kan het niet onder de dakbekleding geraken. Met enkele verzinkte nagels timmer je de dakshingles uiteindelijk vast. Bouw laag per laag op totdat het dak is afgewerkt.