In het eerste deel installeerden we de deur in de deuropening. Hiervoor moesten we eerst het frame gaan voorbereiden om het daarna samen met het deurblad ter plaatse te kunnen monteren. In het tweede deel gaan we de naadloze deuren verder afwerken. Want voor een strak resultaat, moeten we het deurkader nog uitplamuren, zodat deze vlakdeuren subtiel in onze gang geïntegreerd zijn. Eenmaal je een eerste deur geplaatst hebt, zouden de volgende deuren al een stuk vlotter moeten gaan, als je de juiste werkwijze weer volgt. Leg het deurblad in de juiste positie klaar, rekening houdend met de draairichting die je wenst. En stal de profielen samen het hun bevestigingsstukken uit rond de deur. Monteer de stukken met de bijhorende zelftappende schroeven op het deurkader… En steek de stelschroeven klaar. Doe de scharnieren in het deurblad en zet lichtjes vast met houtschroeven. Schuif het voorbereide verticale profiel op de andere zijde van de scharnieren. En schroef de scharnieren vast aan het profiel met de inbusbouten. Regel de vloerspeling bij en de zet de scharnieren definitief vast op het deurblad. Daarna kun je de verschillende delen van het frame met elkaar verbinden via de hoekstukken. Let er op dat je horizontale steun in de juiste richting zit, want anders zal de hoekverbinding er niet in passen. En ook het hoekstuk zelf moet juist gepositioneerd zijn, met de pijl richting boven. Het geheel posteer je dan in de deuropening. Om ervoor te zorgen dat je deurblad mooi waterpas staat, gebruik je een afstandsblokje dat de vereiste vloerspeling nabootst. In het pakket zit hiervoor een voetje inbegrepen, dat je eventueel nog kan bijpassen met een extra kaleerblokje, indien nodig. Het kader ga je dan bijregelen zodat het mooi in één vlak met de voorste muur ligt. Je checkt dit met een lange regel… en zet voorlopig vast met spietjes. Om het geheel daarna definitief in de opening vast te maken met pluggen en schroeven, of een andere bevestigingswijze die je afstemt op je ondergrond. Draai de schroeven eerst losjes in om daarna stelselmatig het frame definitief af te regelen in de juiste positie. Dit betekent dat alles mooi waterpas en loodrecht moet staan… En netjes in lijn met je muur moet liggen… voor je definitief vastzet. Regel de deurnaad dan nog bij, zodat die overal mooi gelijk is. En spuit van boven naar beneden op met PU-schuim low expansion voor extra stevigheid. Je kan hierbij de rand van het kader afplakken met schilderstape, zo zal het schuim niet aan je kader blijven plakken. Na de nodige droogtijd snijd je het ondertussen uitgeharde schuim netjes gelijk met je muur af. Gebruik een voldoende scherp mes en doe dit zorgvuldig, zodat je het profiel niet beschadigt. De overgang tussen het deurkader en je muur moet je nu nog netjes gaan bijwerken, zodat de binnendeur volledig in de muur geïntegreerd zit. Aan de voorzijde, die op gelijk niveau als de wanden zit, is dit relatief simpel. Om te voorkomen dat deze naad later zou gaan barsten moet je eerst een wapening voorzien. Afhankelijk van de ondergrond van je muur is dit wapeningsgaas of een voegenband. In ons geval is de naastliggende muur al bepleisterd, dus gebruiken we een papieren voegenband. Dit zal voor een strakke afwerking zorgen. Plak eerst het profiel af met schilderstape, zodat je er geen krassen op zou maken met je plamuurmes. Om de voegband te plaatsen, gebruik je een voegpasta. Breng die rijkelijk aan ter hoogte van de naad tussen profiel en muur. Duw er daarna een op maat gemaakt stuk voegband in. Zorg dat dit volledig tegen het profiel gepositioneerd zit. Deze papierstrook vormt een wapening tussen de twee verschillende materialen: het aluminium deurprofiel en de gepleisterde muur. Strijk dan met je plamuurmes over de voegband. Op die manier druk je die nog steviger aan in de voegpasta… Zorg je dat er geen lucht meer onder de papierstrook zit… En wordt de overtollige pasta weggehaald. Dit herhaal je nu aan de andere lange zijde en de kopse zijde van je deurkader. In de hoek snij je het papier schuin af, zodat de stroken niet met elkaar overlappen. Pas als alles netjes afgestreken is, haal je de schilderstape weg. En veeg je de profielen eventueel nog eens af. Het product dat je gebruikt voor het plaatsen van de wapeningsband kan variëren. Bekijk in de technische fiche of vraag in de winkel na of het voor deze toepassing geschikt is. Op die manier is de aanzet voor de afwerking aan de voorzijde al gebeurd. De afwerking aan de achterzijde – dit is de zijde die niet vlak met de muur komt – gebeurt met een uitbekleding in gipskarton. Ook hiervoor is een kant-en-klaar pakket te verkrijgen. Dit bestaat uit stukken gipsplaat van 9 mm dik, met een geïntegreerd hoekprofiel. Op die manier kan het frame makkelijk afgewerkt worden. Je moet hiervoor eerst weten hoe diep je deuropening is, zodat je de platen in de breedte op maat kan maken. Hou een waterpas in lijn met je muur, zodat je zo gemakkelijk de afstand tussen je deurprofiel en het muurniveau kan opmeten. Zet deze maat uit op je afwerkplaat, gemeten vanaf het hoekprofiel. En maak dan een incisie met een scherp breekmes, volgens deze lijn. Het papier van je gipsplaat is zo doorgehaald, waardoor je de plaat langs deze lijn kan breken. Er rest dan enkel nog ook het papier aan de achterzijde door te snijden. Maak zo de panelen voor alle dagkanten van je deur op maat. Voor het inkorten in de lengte, moet je ook het hoekprofiel inkorten. Gebruik hiervoor een slijpschijf. Positioneer dan je stukken ter plaatse om te zien of alles past. Merk je hierbij dat je stelschroeven in de weg zitten, dan kan het nodig zijn die af te korten met de slijpschijf. Om deze afwerkprofielen nu in je deuropeningen te bevestigen zijn er verschillende opties. Bij methode 1 gaan we de dagkanten eerst vastschroeven aan de afstandsblokjes die al ter plaatse zitten. We gebruiken hiervoor gefosfateerde gipsplaatschroeven. Deze hoeven niet volledig ingedraaid te worden, maar dienen vooral als tijdelijke bevestiging om het paneel in de goeie positie te fixeren. Want dit moet netjes in lijn met het profiel zitten. Daarna kun je de holte gaan opvullen met PU-schuim. Dit zal zorgen voor een stevige hechting van je afwerkprofiel, eens het uitgehard is. Wat je ook kan doen, is het paneel in eerste instantie onmiddellijk ter plaatse te kleven met dit montageschuim. Spuit een aantal stroken op de binnenkant van je gipsplaat en wacht dan een aantal minuten tot het schuim een beetje hard begint te worden. Daarna duw je de plaat ter plaatse, in de positie die je wil. Dit kun je dan weer voorlopig fixeren met een paar schroeven, tot de lijm uitgehard is en de plaat niet meer kan bewegen. Nadat je de verticale zijden gedaan hebt, doe je ook de bovenste kant. Dit paneel rust dan op de eerder geplaatste zijpanelen. Eenmaal de bevestiging is uitgehard, steek je het uitpuilende schuim af… En verwijder je de schroeven. Een andere manier om de afwerkprofielen te plaatsen, is door het gebruik van kleefgips. Deze methode werkt minstens even goed, maar vraagt enkel wat meer tijd om uit te harden. Nadat je de profielen op maat gemaakt hebt, maak je het gips aan volgens de instructies op de verpakking. Doe hiervoor de vereiste hoeveelheid water in een propere emmer of mengkuip, om er daarna het poeder aan toe te voegen. Meng daarna tot een homogene pasta. Die mag niet te vloeibaar en ook niet te dik zijn. Breng dan minstens elke 30 centimeter een dot kleefgips aan op de achterkant van je gipsplaat. Zet het stuk ter plaatse en controleer of de positie goed zit. Regel eventueel bij. En strijk het overtollige gips af. Daarna doe je hetzelfde aan de andere verticale dagkant. De positie van het stuk aan de scharnierkant kun je controleren met een winkelhaak. Zo weet je meteen of de hoek tussen je deurblad en het afwerkprofiel haaks is. Na de twee verticale zijdes plaats je nog de korte horizontale kant. Daarna wacht je tot de uitbekleding aan de binnenzijde van de deur voldoende uitgehard is, voor je ook daar kan gaan uitplamuren. De vereiste droogtijd kun terugvinden in de technische fiche van je bevestigingsmateriaal. Opnieuw is een extra wapening nodig om de naad te gaan verstevigen. Breng dus weer voldoende vul- of voegpasta aan op de naad… En plaats er de voegband in. Strijk glad af en duw tegelijk goed aan met een plamuurmes. Het teveel aan pasta zal er nu uitpuilen, maar zo ben je zeker dat de papierstrook goed vastkleeft. Doe dit terug aan alle zijden van je deur, zodat ook de binnenafwerking van je deur strak is. Ook de gemaakte schroefgaatjes vul je in deze fase bij. Alles moet nu voldoende drogen voor je een volgende plamuurlaag kan aanbrengen. Steek hiervoor eerst de uitstekende deeltjes af, voor je weer plamuur gaat aanbrengen. Vanaf deze tweede laag kun je een fijnere afwerkplamuur of finisher gebruiken. Daarmee zal je ook fijner kunnen afwerken. Elke laag die je nu bijkomend doet, zal telkens zorgen voor een fijnere afwerking van je deur. Zo zal je voegband uiteindelijk ook onzichtbaar in je pleisterwerk weggewerkt zitten. Deze volgende plamuurlaag breng je aan in een iets bredere strook. Daarna strijk je zo vlak mogelijk af met ook een breder mes. De ene kant van je plamuurmes steunt daarbij op het bestaand pleisterwerk, terwijl de andere kant steunt op het deurprofiel. Zo haal je de overtollige plamuur weg en is de overgang zo strak mogelijk. Het uitplamuren van zowel binnen- als buitenkant van je binnendeuren kan wel wat tijd vragen, maar hoe zorgvuldiger je de plamuur aanbrengt en afstrijkt, hoe minder schuurwerk je achteraf nog zal hebben. Veeg na je tweede plamuurlaag je deurprofiel ook af, om een proper resultaat te hebben. In sommige gevallen kunnen 2 lagen al voldoende zijn, maar meestal is een derde laag wel aangewezen. Respecteer opnieuw de nodige droogtijd, en schuur eventueel wat op met schuurgaas, voor je tot een volgende laag overgaat. Die plaats je dan op exact dezelfde manier als de vorige. Maar je zorgt er opnieuw voor dat je plamuurstrook iets breder is dan de vorige laag. Door deze geplamuurde band steeds breder te maken, werk je stap per stap het niveauverschil met de naastliggende muren weg. Het doel van de extra plamuurlagen is dus om de overgang tussen het deurprofiel en de muren zo naadloos mogelijk te maken, zodat de deur subtiel in de muur verborgen zit. Hoeveel plamuurlagen je precies doet, beslis je zelf. Respecteer natuurlijk wel de nodige droogtijd tussen de verschillende lagen. Eenmaal de deuren net en strak zijn uitgewerkt, kun je nog de laatste afwerkingen doen. Want in het pakket zaten nog een rubberen dichting en borstel. Die moet je plaatsen aan de binnenzijde van je deurkader. Maak het profiel proper en scheur het rubber doormidden, zodat je twee gelijke stukken hebt voor aan weerszijden van het frame. Dit duw je nu gewoon ter plaatse. Deze dichting zal ervoor zorgen dat er geen lucht door de deurnaden zou blazen en helpt ook om trillingen of lawaai op te vangen. Aan de bovenzijde is er geen gleuf in het profiel, dus daar voorzie je de zelfklevende tochtborstel. Last but nog least doe je nog een laatste check-up van je deur. Zit de naad goed? Sluit hij goed? Of moet je de scharnieren nog wat bijregelen? Staat alles op punt, dan rest er je enkel nog de afwerkkapjes over de scharnieren te plaatsen voor een strak resultaat! In de volgende aflevering gaan we weer een stapje verder in de afwerking van onze dressing… We schilderen het plafond en bereiden de muren en plinten voor. Zo is alles klaar om te kunnen behangen!