Wie kiest voor een plat dak besteed het beste ook genoeg aandacht aan de opbouw. Die bestaat uit verschillende fases die goed doordacht moeten worden.
De dag van vandaag bestaat een plat dak uit vier onderdelen. De dragende structuur, een dampscherm, de isolatie en een dakbedekking. Die lagen kunnen verschillen in volgorde afhankelijk van of je een warm of koud dak hebt.
Bij een Koud dak zit de isolatie en het dampscherm onder de dakconstructie. Vandaag is dit eerder een uitzondering en kiest men vaker voor een warm dak waarbij de isolatie en het dampscherm bovenop de dakstructuur komt. Zo vermijdt je dat die structuur onderhevig is aan de invloeden van temperatuursverschillen.
De onderste laag, de basis, is dan de dragende structuur van je dak. Een houten draagstructuur met daarop OSB is een optie maar ook welfsels. Dat zijn dan betonnen welfsels...potten en balken… of Breedplaatvloeren of predallen. De welfsels worden waar nodig nog voorzien van een druklaag in beton en een laag chape.
Welke dakstructuur je ook kiest, er moet rekening gehouden worden met het water. Regenwater moet kunnen van het dak vloeien, richting een of meerdere afvoerbuizen, om te voorkomen dat er een te groot gewicht op je dak komt te liggen.
Bij een plat dak zal de dakstructuur telkens een stuk lager liggen dan de omliggende buitenmuren. Hoe laag precies, is afhankelijk van de dikte van je verschillende opbouwlagen. Bovenop de buitenmuren wordt dan vaak een multiplex of betonplex bevestigd om een mooi vlakke dakrand te bekomen.
Op je basisstructuur volgt dan een dampscherm. Die zorgt dat de vochtige lucht van je woning niet voor condensatieproblemen kan zorgen in je isolatielaag.
Het dampscherm wordt verlijmd op de dakstructuur of kan zelfklevend zijn.
Bij koude temperaturen of wanneer het dak voorzien is van een chape, zal je eerst een primer moeten aanbrengen om een goede hechting te verzekeren.
Zorg er zeker ook voor dat het dampscherm telkens overlapt en dat je ook de opstaande randen bekleed, tot net boven waar de isolatie zal komen. Zo verzeker je een afgesloten geheel.
Na je dampscherm volgt je isolatie. Hoe dik je die zal plaatsen is afhankelijk van de isolatiewaarden die je woning moet behalen. Meestal wordt hier gekozen voor PIR-platen omdat deze een goede isolatiewaarde hebben waardoor je die ook minder hoog moet plaatsen.
De PIR platen worden dan vastgekleefd met behulp van PU schuim. Dit wordt het beste slangsgewijs aangebracht. Openingen tussen de platen vul je dan met PU-schuim. Op die manier kan er geen warme lucht uit de woning ontsnappen.
Het laatste onderdeel van je dak is de dakbedekking. Ook daar heb je verschillende keuzes, namelijk Bitumen, PVC en EPDM.
De eerste twee worden bevestigd met behulp van verhitting. EPDM daarentegen wordt verlijmd. EPDM heeft een hoge elasticiteit. Daardoor is het minder vatbaar voor scheuren maar kan het ook in grote vlakken geplaatst worden zodat je minder naden hebt. Net daardoor is het de keuze bij uitstek voor mensen die zelf hun dak willen bedekken. Daarnaast is EPDM bijzonder duurzaam.
De EPDM kleef je vast met behulp van een kwalitatieve contactlijm. Die komt zowel op het dak als op de EPDM. Je laat die lijm drogen tot hij handdroog is. Als je dan de twee ingelijmde delen op elkaar plaatst, zal de contactlijm versmelten en het geheel vasthechten.
De dakbedekking plaats je tot over de dakranden. Zwakke plaatsen, zoals naden, hoeken, randen en afvoeren, worden extra verstevigd. Zo verzeker je een volledig waterdicht geheel.
Met deze vier lagen is de dakstructuur compleet. Of toch bijna want wie wil kan bovenop het plat dak nog een groendak installeren.
Gezien dit een extra gewicht is, moet je hier wel al bij je draagstructuur rekening mee houden. Die moet voldoende gewicht kunnen dragen. Daarnaast moet ook je dakrand voldoende hoog zijn.