Ophangen aan een holle wand
'Hoe kan je iets ophangen aan een holle wand?', vraagt een van onze kijkers zich af... Om dit te doen moet je met een aantal zaken rekening houden, zoals de dikte van je wand, het gewicht en het type bevestiging. Roger toont hoe je dit aanpakt.
Transciptie
In Hallo Roger bieden we een luisterend oor aan kijkers met problemen.
Dit keer kreeg Roger de vraag hoe je iets kan ophangen aan een holle wand…
Een belangrijk uitgangspunt hierbij is natuurlijk: wat is een holle wand?
Je kan dit behoorlijk letterlijk nemen: een wand waar een holte achter zit.
Meestal gaat dit om een scheidingswand of valse wand, om je muur te verstevigen, of waar je leidingen in kan wegwerken.
Dit is een lichtere bouwmethode en bestaat meestal uit een draagstructuur in hout of metaal, die bedekt wordt met platen in hout of gips.
Ook in snelbouwstenen kunnen holle ruimtes zitten, omdat dit zorgt voor een bijkomende isolatie.
Daarom zijn aangepaste pluggen aangewezen bij het bevestigen in snelbouwstenen, zeker bij een zwaardere belasting.
Zorg daarbij steeds voor een mooi boorgat, door een steenboor – te herkennen aan de stompe kop met vleugels – te gebruiken, en door met de ‘snij-stand’ van de boormachine te boren.
Gebruik je de hamerfunctie, zal het gat ruwer zijn en je plug minder goed grip vinden.
Boor op een hoog toerental om een mooi strakke opening te krijgen.
Qua type plug kun je bij holle snelbouwstenen voor een universele plug opteren, die zich zowel kan uitzetten als vastknopen in de holle ruimtes.
Voor een zwaardere belasting is een constructieplug óf aangepaste verankering met bijvoorbeeld chemisch anker meer aangewezen.
Wil je hierover meer info? Check dan zeker de aflevering van de Tooldokter over pluggen!
Voor het bevestigen aan een holle wand uit gipskarton of plaatmateriaal, zijn er een aantal parameters waar je mee rekening moet houden.
Meer bepaald de ondergrond, het type pluggen, de belasting en de schroef.
Is de holle wand afgewerkt met een plaatmateriaal uit hout, zoals OSB, dan kun je dikwijls gewoon daarin vastschroeven.
Voor een zwaarder item gebruik je beter een meer stevige bevestiging, zoals tuimelpluggen.
Die haken zich vast achter de wand, waardoor die een veel grotere trekkracht aankunnen.
Bij een wand uit gipskarton moet je steeds aangepaste pluggen gebruiken, want dit materiaal is een stuk brozer.
De essentie hierbij is: het type plug is belangrijk, maar het is ook de dikte van het gipskarton dat de belastbaarheid van je plug bepaald.
Naast een verscheidenheid aan diktes in gipskarton, kan een holle wand ook afgewerkt zijn met meerdere lagen.
Dit heeft dus ook een invloed op hoeveel gewicht elk bevestigingspunt kan dragen.
De dikte van je wand kun je op een aantal manieren achterhalen.
Heb je de wand zelf opgebouwd, dan weet je waarschijnlijk nog welke dikte van afwerking je gebruikt hebt.
Is dit niet het geval, dan kun je dit uitzoeken.
Boor een gaatje op een subtiele plaats in je wand.
Steek dan door dit gat een nagel met platte kop en haak die achter de rand.
Hou de nagel tegen de wand vast, haal die uit de opening en meet vanaf je vinger tot aan de nagelkop. Zo weet je hoe dik je wandafwerking is.
Je kan dit ook afmeten aan een bestaand gat in je muur, zoals bijvoorbeeld waar een stopcontact zit.
Zet de zekering uit en schroef het stopcontact los, zodat je daar de dikte kan checken.
Het gewicht van het op te hangen item is de volgende factor die bepaalt welk type bevestiging aangewezen is.
In sommige gevallen kan je dit terugvinden op de verpakking.
Hoe dikker je wand, hoe hoger de belasting kán zijn. Maar dan moet je natuurlijk de plug en de lengte van de gebruikte schroeven daarop aanpassen.
Een universele plug kan voor veel dingen gebruikt worden, dus ook bij holle wanden.
Toch is het aangewezen in de meeste gevallen een type plug te gebruiken die aangepast is voor holle wanden, want ook dit heeft een invloed op de belastbaarheid.
Een gipsplaatplug heeft bijvoorbeeld een goeie grip, maar kan wel minder gewicht aan dan een tuimelplug.
De dikte van je wand en het type plug hebben ten slotte nog een invloed op de schroeven die je nodig hebt.
Op de technische fiche of verpakking van de pluggen - of op de pluggen zelf - kun je hier de voorschriften voor terugvinden. Zo weet je al welke schroefdikte aangewezen is.
De lengte van de plug stem je af op de wanddikte, maar voor de lengte van je schroef, moet je de dikte van de bevestigingsbeugel of het item in rekening brengen.
Want de schroef moet langer zijn dan je item of de beugel, plús de plug.
Bij het bevestigen moet je schroef dus uit je plug komen, zodat die optimaal zijn werk zal doen.
Tijd voor een paar voorbeelden uit de praktijk.
We beginnen met een schroefplug die gemaakt is om in gipskarton te gebruiken. We gaan hiermee een boekenplank ophangen.
Onze wand hier is 12,5 mm dik. In de technische fiche kunnen we terugvinden dat deze gipsplaatplug bij deze wanddikte tot 10 kg per verankeringspunt kan dragen. Wat zeker voldoende is voor deze legplank.
Mocht deze wand uit twee lagen bestaan, kunnen we zien dat we met deze plug zelfs elementen tot 20 kg zouden kunnen ophangen.
Om dit type te gebruiken, hoef je niet voor te boren.
Aan het uiteinde van de plug is een centreerboor voorzien, die zelfborend werkt.
De punt zorgt er bovendien voor dat je netjes op dezelfde plaats blijft schroeven en niet uitschiet.
Teken de locatie voor je bevestigingspunten af op de wand.
Werk uiteraard mooi recht en gebruik een waterpas.
Op die plaatsen kun je nu de pluggen monteren.
Je kan hiervoor een schroevendraaier of schroefboormachine met een kruiskop-bit gebruiken. Daarmee kun je de plug rechtstreeks in de gipsplaat vastschroeven.
Zitten ze ter plaatse, dan kan de plankdrager gemonteerd worden.
We checkten welke schroeflengte in dit geval aangewezen is, zodat de schroef verder komt dan het uiteinde van de plug.
Bij het indraaien zal je zien dat de centreerboor vanzelf afvalt, want zijn nut is weg, eens de plug in de muur zit.
Als de beugels vasthangen, kun je daarop de plank bevestigen waarop de boeken uitgestald worden.
We namen wat marge qua belastbaarheid van onze bevestiging, dus kunnen we er later gerust nog andere zaken op uitstallen.
De volgende optie is het gebruik van een hollewand tuimelplug uit kunststof.
Deze kan een hogere belasting aan en gebruiken we hier voor het ophangen van een kastje.
Het principe van dit systeem is als volgt:
Op de plaats waar je de bevestigingspunten moet voorzien, boor je voor met een diameter die iets groter is dan die van de plug zelf.
Welke boordiameter voorgeschreven is, vind je terug op de verpakking. In dit geval is dit diameter 10.
Doordat het gat wat groter is kun je de plug met houder nu door de opening in de muur steken.
Controleer hierbij zeker de correcte insteekrichting, die met een pijl aangegeven staat op de plug zelf.
Eens door de muur zal de plug kantelen – of tuimelen – waardoor die zich achter de opening zal vasthaken.
Schuif de ring dan tot tegen de muur zodat het geheel mooi tegen de wand geklemd zit.
Daarna is de kunststof houder overbodig en kun je die op maat afknippen.
Bij het ophangen van het kastje zal de schroef nu door de dwarse plug gaan en zich zo stevig vasthaken.
Belangrijk is natuurlijk wel om de voorgeschreven schroefdikte te respecteren, want anders zou er niet voldoende grip zijn.
In dit voorbeeld bevestigen we aan een holle wand die uit gipskarton bestaat, maar dit principe werkt ook prima bij wanden uit andere plaatmaterialen.
Voor het bevestigen van een televisiebeugel gebruiken we een derde mogelijkheid, namelijk een metalen hollewandplug.
Die kan meer gewicht aan dan een gipsplaatplug, maar is ook iets duurder.
Deze metalen versie is beschikbaar voor wanden van 3 tot 50 mm dik en heeft als voordeel dat door de ingebouwde metrische draad, de schroef gemakkelijk terug verwijderd en opnieuw ingedraaid kan worden.
Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld een nieuw item op dezelfde plaats wil ophangen.
Een televisiebeugel, met televisie, heeft meestal een specifiek gewicht dat je op de verpakking kan terugvinden. Dit helpt je om de geschikte bevestigingsmethode te vinden.
Zorg ervoor dat je de beugel mooi recht houdt voor je de bevestigingsgaten aftekent.
In dit geval moeten we die voorboren met diameter 12.
De plug steek je dan in het gat om daarna een aangepaste tang te gebruiken om het geheel aan te spannen.
Door met deze tang de schroef aan te trekken, spreiden de armen zich uit achter het plaatmateriaal en klemt de metalen plug zich zo vast aan de wand.
Door de spreiding verdelen de krachten zich over een groter oppervlak, waardoor de kans op doorscheuren van de bevestiging kleiner is.
Heb je geen tang, dan kun je ook een schroevendraaier of schroefboormachine gebruiken als alternatief.
Zit de plug goed geklemd, dan kan de schroef eruit gehaald worden om daarmee de beugel aan de muur te monteren.
Maak het tweede onderdeel van de bevestiging dan aan het televisietoestel vast, zodat die dan over de beugel kan haken.
Zo ben je verzekerd van een stevige en veilige ophanging.
Weet je al voor je de holle wand plaatst dat je een zwaarder item zal moeten ophangen, pas je wand dan hier op aan!
Er bestaan gipsplaten die bijvoorbeeld meer gewicht kunnen dragen, zoals glasvezelplaten. Die zijn vezelversterkt waardoor kans op doorscheuren van je bevestiging zal gereduceerd worden.
Daarnaast kan het ook nuttig zijn je wand af te werken met twee lagen, die je geschrankt op elkaar plaatst.
Zo verstevig je niet enkel je wand, maar wordt je wand ook dikker, wat een goeie grip en de belastbaarheid ten goede komt.
Wil je bijvoorbeeld een wastafel aan je holle wand ophangen, dan is het aangewezen om OSB achter je afwerkingslaag in gipskarton te steken.
Want dit is een heel stevige constructieplaat, die er ook voor zorgt dat je in de meeste gevallen zelfs geen pluggen zal nodig hebben.
Is een volledige extra laag niet haalbaar, kun je op de plaatsen van bevestiging een extra balk in je raamstructuur steken. Zo is op die plaats alvast een grotere belasting mogelijk.
Ten slotte zijn er nog een aantal tips die je in het achterhoofd kan houden bij het bevestigen aan om het even welke ondergrond.
Een goed boorgat zorgt voor een goeie grip.
Boor dus steeds voor met een geschikte diameter zodat de opening zeker niet té groot is!
Om het boorgat net te houden, bestaan er een aantal truken:
Plak tape waar je wil boren, zo is de kans kleiner dat je met je boorpunt uitschiet.
Plak de boor af volgens de lengte van je plug. Dit zorgt er niet enkel voor dat je niet te diep boort, maar voorkomt ook dat je met de boorkop tegen de muur zou botsen.
Ook het gebruik van een puntslag is een optie. Zo heb je al een aanzet voor je boorpunt en vermijd je dat je boor zou gaan ‘dansen’.
Een strakke opening heeft enkel nut als je ook een geschikte plug gebruikt.
Om voldoende weerstand in het gat te creëren, en de plug niet zou doordraaien, neem je best een variant met een kraag en vinnen.
Die haakjes gaan ervoor zorgen dat de plug bij het schroeven grip vindt in de muur en zo optimaal zijn werk zal doen…
Heb je zelf nog een probleem waar Roger je misschien bij kan helpen? Stuur dan een mailtje naar roger@dobbit.be!